Matchen aan de kade

Share the Matchen aan de kade article:

Delen

De havens zitten in de koudere perioden doorgaans vol met vis, met name blankvoorns.

Vooral met de vaste hengel worden hier vaak prachtige vangsten geboekt. De vaste stok is

echter niet de enige manier om succesvol te vissen. Er zijn immers ook dagen dat de vissen

op afstand zwemmen, of dat je niet met de stok vooruit kan omdat de steigers verboden

terrein zijn, of wanneer de vis zich terugtrekt. In dat geval komt de matchhengel weer in

beeld. Jurgen Spierings laat zien hoe je dat kunt aanpakken. 

e hebben afgesproken

in de aanloophaven van

Huizen. Dit water ontvangt

in de winter de beschutting

zoekende vissen van het Gooimeer.

De aanloophaven is een bekend

water onder wedstrijdvissers. Er

wordt hier niet vanaf steigers gevist,

maar gewoon vanaf een betonnen

kade. De breedte van het water is

W rond de 18 meter. Tijdens wedstrijden

is het doorgaans niet zo,

dat je van begin tot eind met een

vaste stok van vier deeltjes kunt

blijven vissen. Gaandeweg worden

de vissen wijzer en trekken zich

terug richting overkant. Dit zijn

de momenten dat de matchhengel

ervoor kan zorgen dat je vis blijft

vangen.

SPECI-DOBBERS

In het koude water azen vissen erg

voorzichtig. Hoewel voorns vaak

massaal aanwezig zijn, wil dat niet

zeggen dat er niet scherp gevist hoeft

te worden. Een gewone matchdobber

heeft meestal een vrij dikke antenne

en dat is op zich logisch omdat deze

anders niet te zien is op grotere

afstand. Een dikke antenne betekent

echter ook meer weerstand voor de

azende vis en dat moet je nou net

zien te voorkomen. In de haven blijft

de visafstand doorgaans binnen de

perken en volstaat ook een dunnere

antenne. Jurgen prepareert voor deze

visserij zijn eigen dobbers. Kritisch

als hij is, volstaat alleen het allerbeste.

En wanneer dat allerbeste niet in de

winkel te koop is, gaat hij zelf aan de

slag. Jurgen gebruikt de Dura wagglers

van Preston met verwisselbare

antenne. De antenne haalt hij er uit,

snijdt deze doormidden en boort

een klein gaatje in het restant van

de antenne. Hierin wordt een glasvezel

of carbon staafje geplaatst en

verlijmd. Over het andere uiteinde

van het staafje schuift Jurgen een

holle antenne van een dobber die bij

het vastestokvissen wordt gebruikt.

Vervolgens kan de verlengde antenne

weer terug in het drijflichaam worden

geplaatst en is de speci-waggler

klaar voor gebruik. De dunnere

antenne registreert aanzienlijk

gevoeliger dan het origineel, maar

is nog steeds prima te zien. De dobbers

loodt Jurgen zodanig uit dat de

antenne slechts enkele millimeters uit

het water steekt en dus elke aanbeet

direct verraadt.

De speci-waggler met een gevoelige dunnere

antenne.

Een beetje doe-het-zelven…

Even de lijn ondertrekken…

WITVIS TOTAAL | 84 23

VAST OF SCHUIVEND?

Matchvissen kan natuurlijk op twee

manieren, met een schuivende dobber

of met een vaste pen. Dit zijn

twee totaal verschillende methodes,

die elk hun specifieke voor- en

nadelen hebben. In de meeste

havens is de diepte niet zodanig

dat de slidertechniek noodzakelijk

is. Jurgen kiest dan ook het liefst

voor het vissen met een vaste dobber,

waarbij het overgrote deel van

het loodgewicht in de basis van de

waggler gemonteerd zit. De dobber

wordt tussen enkele loodhagels

op de hoofdlijn gefixeerd. Bij het

gebruik van relatief lichte matchdobbers

hebben dobberconnectors

al snel een negatieve invloed op de

stabiliteit van de dobber tijdens de

worp. Aangezien de werpafstand

in de aanloophaven van Huizen

niet meer dan 18 meter bedraagt,

volstaat een dobber van 3 gram.

De matchhengel waar Jurgen mee

vist, de Absolute Super Float, heeft

een lengte van 13 voet, oftewel 3,90

meter.

LOODZETTING

Het plaatsen van het lood op de

juiste plaats van de montage is erg

belangrijk en bepaalt uiteindelijk de

aasaanbieding. Jurgen legt uit: “De

diepte is maximaal twee meter dus

is het niet nodig om veel lood op de

lijn te plaatsen. Daar komt bij dat

de ervaring mij hier heeft geleerd

dat de vissen erg gevoelig reageren

op hoe het aas naar beneden valt.

Een goede presentatie resulteert in

aanzienlijk meer en betere aanbeten.

Ik kies er bij deze visserij voor om

vrijwel al mijn lood bij de dobber te

plaatsen.”

Op de lijn plaatst hij nog slechts

drie no. 8 valloodjes. Twee hiervan

vormen een minibulkje op circa 60

cm van de haak en het laatste loodje

komt tegen de 20 cm lange onderlijn.

Dankzij deze loodzetting valt

het aas zo natuurlijk mogelijk naar

beneden en eenmaal daar, volgt vaak

snel een aanbeet. Een ander voordeel

van deze relatief eenvoudige opzet,

is het feit dat je het eigenlijk nooit in

de war gooit, hoewel je toch veelvuldig

ingooit en binnendraait.

RITME

Om de diepte correct te peilen,

knijpt Jurgen een loodhagel op de

haak die de dobber net niet meer

kan dragen. Door de dobber net zo

lang iets dieper te zetten totdat de

antenne weer boven water staat, is

de juiste diepte met slechts enkele

worpen reeds gevonden. De dobber

wordt afgepeild op een staande

haak. Het onderlijntje van 20 cm

met een diameter van 10/00 heeft

een haakje no 18, Preston PR333.

Op de haak vist Jurgen steevast

met een enkele caster. Dit is bij de

havenvisserij het beste aas.

Na het ingooien steekt Jurgen de

hengeltop even onder water en met

een ferme tik wordt de lijn onder

water getrokken. Met de katapult

schiet hij afwisselend wat gekiemde

hennep of enkele casters bij de dobber.

Binnen enkele minuten worden

de eerste vissen gevangen, zowel

voorn alsmede de nodige baarzen en

baarsjes. Het ritme komt er snel in

bij onze specialist en na elke worp

verdwijnt de dobber, zodra deze

zich scherp heeft gesteld, onder

water en wordt de ene na de andere

vis gehaakt. Hoewel Jurgen tijdens

deze sessie veel kleine vissen vangt,

ligt er na enkele uurtjes vissen een

behoorlijk vrachtje vis in het net.

Gevangen met de match tegen de

overkant van het water.

GEEN GRONDVOER

Het valt op dat Jurgen geen grote

hoeveelheden aas en voer gebruikt.

Hoe zit dat? Jurgen: “Het is een feit

dat er reeds veel vis aanwezig is. Het

is dus niet zozeer een kwestie van

vissen lokken, maar vooral zaak om

de vissen geïnteresseerd houden.

Om dat te bewerkstelligen, geloof ik

niet in het gebruik van grondvoer.

Het los bijvoeren van hennep en